CB & DX
CB is inmiddels ingeburgerd als benaming voor gesproken communicatie op een vrij te gebruiken frequentieband – de CB frequentieband tussen pakweg 26MHz en 28MHz. CB-communicatie wordt vooral gebruikt voor ‘locale’ spraakverbindingen tot pakweg 40 Km, hoofdzakelijk beperkt door de gebruikte antenne en de geografische omstandigheden.
Er is echter ook een ‘tak’ van de CB-hobby die op grotere, ja, zelfs wereldwijde afstanden communicaties wil tot stand brengen. Dit noemt DX-ing. DX staat hier voor Distant of Distance (in de verte, ver weg).
Bij deze manier van communicatie over grote afstand wordt gebruik gemaakt van het natuurlijke fenomeen hoe radiogolven zich (kunnen) gedragen. Dit fenomeen is eenvoudig samen te vatten onder de term ‘skip-condities’ of kortweg ‘skip’.
De skip is afhankelijk van eigenschappen en gedragingen van de zogenaamde ionosfeer die de Aarde omringd in verschillende lagen.
De skip is over het algemeen zeer veranderlijk maar soms ook redelijk accuraat te
voorspellen. Zo zijn er bepaalde periodes van de dag, de maand en het jaar waarin skip meer voorkomt. Zelfs de Zon op 150 miljoen kilometer afstand heeft een grote invloed op de skip-condities.
CB-toestellen zijn tegenwoordig in staat om signalen van verschillende “modulatie”types te gebruiken, zowel bij het zenden als het ontvangen:
AM (Amplitude Modulatie)- denk aan Middengolf radiostations FM (Frequentiemodulatie)- denk aan Stereo FM-radio SSB (Single Side Band) opgedeeld in USB (Upper Side Band) en LSB (Lower Side Band)
CW (Continuous Wave of morse) Voor de locale (korte) afstand wordt veelal gebruik gemaakt van AM- of FM-modulatie al zijn de andere modulatietypes ook perfect mogelijk. Voor de verre afstanden, DX’ing dus, wordt meestal gebruik gemaakt van SSB (USB en/of LSB) al zijn er soms skip-condities waarop ook AM- en FM communicaties mogelijk zijn op grotere afstanden.
Welk CB-toestel voor DX
Eigenlijk allemaal, al zal het ene toestel wat meer mogelijkheden bieden dan een ander.
Je kan de grote groep CB-apparaten zowat opdelen in 3 grote groepen
1. De, meestal oudere, toestellen met alleen een kanaalaanduiding die op vaste
frequenties zijn ingesteld. Het aantal kanalen kan hier variëren tussen 22, 40 of
zelfs 240 afzonderlijke kanalen.
De “kanaalafstand” tussen 2 opeenvolgende kanalen is in de regel vast ingesteld
in stapjes van 10kHz. Toestellen met SSB hebben soms ook de mogelijkheid om
5kHz naar onder of 5kHz naar boven bij te regelen. Wordt ook wel BFO (Beat
Frequency Oscillator) genoemd of ‘clarifier’.
Een typisch voorbeeld: Ham International Multimode II
2. Nieuwere CB-‘bakken’ beschikken niet alleen over een kanaalaanduiding maar
ook over een frequentieaanduiding in MHz. Mits BFO/clarifier is hier ook de step van normaal 10kHz tussen opeenvolgende kanalen op- en neer in te stellen.
Dit is de grootste groep CB-toestellen vandaag de dag. Met digitale mogelijkheden en veel extra toeters en bellen.
Typische toestellen: CRT SS-6900v en President Lincoln II+
3. En dan tenslotte de groep van de echte prof-toestellen waarbij een gedeelte van hun mogelijkheden binnen de CB-band liggen maar ook soms ver daarbuiten – dit zijn de zogenaamde HAM-toestellen die meestal door gelicenceerde radio-amateurs (mogen) gebruikt worden. Deze beschikken over de meeste mogelijkheden en kunnen de frequentie naadloos instellen, desnoods tot op 1 Hz
nauwkeurig. Kostprijs uiteraard navenant.
Typische toestelmerken: Yaesu, Kenwood en Icom
Zendvermogen & DX
Het standard zendvermogen voor toestellen van type 1 en 2 is meestal in de orde van 3 tot 30W op AM/FM en 10-50W op SSB en CW
In type 3 toestellen gaan de vermogens soms wel tot 200Watt op alle modes.
Het grappige is echter dat DX’ing zowel kan op 1 Watt als op 1.000 Watt.
Alles hangt gewoon af van de op dat moment beschikbare condities (skip)en ook van de gebruikte antenne en locatie.
Welke antenne voor DX
Algemeen kies je de antenne in functie van de te ‘werken’ frequentieband – in dit geval ergens tussen 26MHz en 28MHz. Hierbij betracht je de SWR zo laag mogelijk te houden – zeker lager dan 1,3:1! (zie een ander artikel hieromtrent op deze site)
Bijna alle antennes kan je indelen in 2 grote groepen:
-
Vertikale antennes – rondomrond gevoelig
-
Horizontale antennes – richtinggevoelig
-
Voor locale communicaties (ook wel QSO’s) genoemd is de hoogte van belang: hoe hoger hoe ‘verder’ de antenne kan ‘zien’. Dit soort antennes kan zeker ook gebruikt worden voor DX-ing ze zijn rondomrond even gevoelig. Ze zijn echter eerder voor de zogenaamde grond-golf die gebruikt wordt voor zicht-op-zicht verbindingen (line-of-sight).
Voor betere DX’ing hebben horizontale antennes voordelen maar ook nadelen.
Door de aard van de radiogolven voor verre afstanden zijn horizontale antennes veruit gevoeliger dan vertikale. Zij maken ook eerder gebruik van de ruimtegolf om de signalen zoveel mogelijk te doen weerkaatsen op de verschillende ionisatielagen die de Aarde omgeven.
Nadeel is dan wel dat ze richtinggevoelg zijn.
Is het een zogenaamde Yagi-antenne dan is de aanschaf van een draaimotor de beste (maar ook duurste) oplossing. Gebruik je echter een draadantenne dan moet je ergens beslissen in welke richting je die gaat opstellen. De beste ontvangst is haaks op de opspanrichting.
Bij een vertikale antenne geldt: hoe hoger hoe beter voor lokaal gebruik, voor DX is de hoogte-plaatsing van de rondstraler niet van belang. In feite is een lagere plaatsing voor gebruik bij DX contacten beter omdat je dan minder lokale stations ontvangt die de communicatie zouden kunnen verstoren.
Bij een horizontale antenne is de ‘opspanhoogte’ afhankelijk van de golflengte – voor CB is dat zo’n 6 a 10m boven de grond.
Een andere basisregel voor alle antennes: zo vrij mogelijk opstellen (uit de buurt van
gebouwen of andere obstakels).
Oproepfrequenties
Al zijn er voor lokale communicaties in principe vaste oproepfrequenties om een QSO op te starten, in de praktijk kan elk kanaal gebruikt worden en sommige CB’ers hangen dagelijks rond enkele frequenties. Voorbeelden zijn kanaal 32FM (27,325MHz) en kanaal 39FM (27,395MHz)
Voor DX zijn er ook zo’n specifieke ‘roepkanalen’:
-
26.285Mhz SSB (zowel USB als LSB zijn hier mogelijk)
-
27.555Mhz SSB (zowel LSB als USB zijn hier mogelijk)
27.555 wordt daarentegen toch meestal op USB mode gewerkt.
-
Merk op dat in de DX-wereld eerder met frequenties dan met kanalen ‘gewerkt’ wordt. De
simpel reden: in vele landen zijn lokale CB-kanalen soms verbonden met andere frequenties.
Met andere woorden zou BV het CB-kanaal 32 (27.32500) niet overeenkomen met het zelfde kanaal 32 (27.91125) in Engeland.
Zou jij dus zeggen tegen een Engels station ga naar kanaal 32 dan zou je dit station niet meer horen want jij zit dan op 27.32500 te luisteren en zenden en het Engelse station zou dan op de frequentie 27.91125 afgestemd zijn.
Stationsnaam / Identificatie
Het is gebruikelijk om in locale CB-communicaties de eigen voornaam te gebruiken als stationidentificatie al zijn er ook vele CB’ers (zeker de old-timers) die nog gebruik maken van een ludieke aanroeptitel: zo is mijn locale roepnaam zowel Chris als “Big Brother”.
Bij internationale contacten (het doel van DX’ing) is het gebruikelijk over een gestructureerde stationscall te beschikken waarbij je herkomst simpel te bepalen is.
In de gelicenceerde radioamateurwereld is deze station-call een (wettelijke) verplichting! In CB-land is dit niet het geval maar vele DX’ers gebruiken hierbij soms een groepsnaam als ze lid zijn van een DX-groep. Dat maakt het voor QSO’s handiger om te bepalen met wie (en vooral waar en in welk land je tegenstation gelokaliseerd is (ook wel QTH genoemd).
Een DX-call zou er dus zo kunnen uitzien al naargelang bij welke DXgroep je bent aangesloten: 16CO966, de 16 vooraan betekend dus dat het station vanuit België opereert de CO beteken dan dat dit station is aangesloten bede CO-DXgroep en de 966 is zijn volgnummer binnen deze DXgroep.
Zo heeft elk land zijn internationaal landnummer (lijst bekijken). Op deze site kan je ook de lijst vinden met alle landnummers alsook enkele internationaal opererende CB-DX groeperingen.
In deze lijst vind je dus de landcode voor België: 16. Het is dus handig om bij uitwisseling van een QSO deze landcode te gebruiken zodat je tegenstation weet dat je opereert vanuit België.
Italië is landcode 1 en zo zijn er nog zo’n 400+ landcodes in de lijst te vinden.
Enkele voorbeelden voor DX-groepen:
CO (Charly Oscar) wat staat voor Canadian Outlaws. Locatie Canada. Deze groep heeft leden over de hele wereld en in elk land zijn er wel enkele CO-leden te vinden.
AT (Alfa Tango) is nog zo’n internationale CB-DXgroep die z’n roots heeft in Italië.
Op deze site kan je eveneens een lijst terugvinden met de meeste DX-groepen.
WAC (Whisky Alfa Charly) kent dan weer zijn oorsprong in Nederland.
En zo zijn er enorm veel DXgroepen, keuze te over, LET WEL dat sommige DXgroepen bepaalde voorwaarden stellen om lid te kunnen/mogen worden.
DX QSO
Een QSO is de naam voor een gemaakte (geslaagde) DX verbinding waarbij de gebruikelijke data is uitgewisseld: landnummer, stationsnaam, locatie, antennetype, eventueel gebruikte
apparatuur en indien beschikbaar een DX-groepsnaam.
Zo’n QSO wordt dan meestal ook ‘gelogd’ (lees: ergens genoteerd) en soms wordt er ook een bevestiging verstuurd. Velen maken tegenwoordig gebruik van een digitale registratie van hun QSO, dit blijft een persoonlijke registratie en is niet toegankelijk voor anderen. Een mooi voorbeeld hiervan is de ClusterDX, dit is een APP war je al je QSO’s in kan bijhouden en het mooie is dat je ook via deze APP E-QSL (digitale bevestigingskaart) kan versturen. Ook mooi is dat al je ingebrachte QSO’s verschijnen op een wereldkaart (Naar CLUSTERDX).
Vroeger was dat écht een fysieke kaart (QSL-kaart genoemd) die per post werd opgestuurd. Vandaag de dag zijn er computerprogramma’s die die taak digitaal oplossen.
De hobby bestaat er voor vele DX’ers in om met zoveel mogelijk landen of leden van DX-
groepen zo’n QSO op te bouwen.
Zo’n QSO log met een DX station kan er dan zo uitzien:
16CO2560 - 1AT1005 (27,570MHz – vrijdag 19u33 – 5/9)
DX protocol en taalgebruik
In België is de gebruikelijke communicatietaal het Nederlands. In de DX-wereld is de meest
gebruikte taal het Engels al is élke taal mogelijk indien beide stationsoperators de taal machtig
zijn.
Zo is er verder ook lijst van internationaal afgesproken codes en afkortingen die ook de
gewone CB-wereld zijn binnengeslopen. De meeste komen uit de lang geleden MORSE-codes, aangevuld met latere aanvullingen uit zowel de gelicenceerde amateur komen, uit de luchtvaart als uit de échte CB-wereld en zelfs uit de Amerikaanse politiecommunicaties.
Op deze site is er inmiddels een lange lijst met dergelijke code en uitdrukkingen.
Enkele op een rijtje die je veel in de CB-DX wereld tegenkomt:
CQ (Seekjoe) Gebruikelijke oproep om bekend te maken dat je een DX-QSO wil maken (ook
wel als CQ DX, CQ DX, CQ-DX) 😊
-
QSL – Bevestiging van een QSO d.m.v. een kaart of email.
-
QSO – Omvat de ganse communicatiesessie
-
QRM – Storing door ander station of bv zonnepanelen of elektrische motoren.
-
QRN – Ruis (atmosferisch van aard zoals bliksem)
-
QRT – aangeven dat je wenst te stoppen met het QSO
-
QSY – Vraag tot wijzigen werkfrequentie
-
QRZ – Wat is je stationsnaam?
-
QTH – Geografische locatie?
-
QSK – Vraag om in te breken in een aan de gang zijnde QSO
-
Bekijk hier een meer uitgebreide lijst van de Q-codes
-
Een DX-QSO ziet er dan zo’n beetje als volgt uit:
-
Tune op de gebruikelijke oproepfrequentie(s)
-
Maak bekend dat je een QSO wil opbouwen door CQ DX, CQ DX te roepen en wacht op respons.
-
Indien er iemand reageert: stel via QSY een andere frequentie voor om het QSO verder te zetten.
-
Maak jezelf bekend als 16XX1234 (eigen roepnaam en vraag met QRZ om dezelfde informatie van het tegenstation te krijgen.
-
Geef je QTH (eigen land en locatie) en vraag het QTH van je tegenstation
-
Wissel eventueel andere info uit: apparatuur, ontvangstkwaliteit/signaalsterkte, lokale temperatuur/weersgesteldheid etc....
-
Geef aan met QRT dat je wenst te stoppen en bedank het tegenstation voor het QSO (hier is de uitdrukking best 73’s (‘best seventitries’)het meest bekend.
Uit de luchtvaart komen ook de internationaal afgesproken woorden om de letters van het
alfabet aan te geven. Dit kan de verstaanbaarheid of correctheid van communicaties zeer ten
goede komen:
De Alfa – Bravo – Charly code of ook wel radio-alfabet genoemd,
Klik hier voor de volledige lijst.
Signaalrapport in code
Dit rapport wordt gewoonlijk in 2 getallen uitgedrukt:
Verstaanbaarheid (waarde 0 tot 5)
-
Radio 5 Excellent signaal 100% verstaanbaar zonder enige ruis
-
Radio 4 Goede verstaanbaarheid 80-100%
-
Radio 3 Iets moeilijker verstaanbaar 60-80%
-
Radio 2 Probleem met de verstaanbaarheid minder dan 50%
-
Radio 1 Bijna onverstaanbaar, stem gaat verloren in de ruis 20%
-
Radio 0 Alleen ruis – 0%
-
Signaalsterkte in zogenaamde S-punten (van 0 tot 9 of meer)
(de meest voorkomende signaalmeters op CB radio’s)
Signal 9+ (soms ook aangegeven als 20, 30 of 40 over 9) = Absoluut ruisvrij en stabiel)
-
Signal 9 Zeer sterk signaal
-
Signal 8 Heel sterk signaal
-
Signal 7 Sterk signaal
-
Signal 6 Gemiddeld sterk signaal
-
Signal 5 Sterk signaal
-
Signal 4 Niet zo’n sterk signaal
-
Signal 3 Zwak signaal
-
Signal 2 Heel zwak signaal
-
Signal 1 Bijna geen signaal
-
Signal 0 Geen signaal
-
Beginnen met DX
De eerste regel in DX is gewoon: veel luisteren.
Luister en leer de geplogenheden van een DX QSO.
Wacht tot een lopend QSO beëindigd wordt en stuur dan zelf een QSK (break aanvraag) en
wacht tot deze aanvraag gehonoreerd wordt door 1 van de tegenstations.
Bedenk echter dat de tegenstations je niet altijd horen om te reageren of willen reageren om allerlei redenen. Vele DX’ers willen soms alleen maar verre landen of specifieke landen of groepen “werken”.
DX Logging
Iets wat vele DX’ers doen is een (geschreven of digitaal via BV ClusterDX) logbook bijhouden van de gemaakte DX QSO’s.
Wat je daar als informatie in opneemt is totaal vrij. Zo’n log dient vooral als geheugensteun om te zien met wel station je (ooit) gewerkt hebt.
QSL-kaart
Dit is een gepersonaliseerde kaart of fotobestand met de gewone data zoals je stationsnaam, call, DX-groepsnummer maar ook meestal aangevuld met wat persoonlijke informatie uit je
directe omgeving.
Inmiddels zijn er talloze computerprogramma’s die digitale QSL-kaarten
kunnen versturen als emails.
Happy DX’ing and 73’s!
“Big Brother”
Het UVArx team