MULTI-ANTENNE & ANTENNE-SCHAKELAARS
In de regel heeft een (beginnende) radio-amateur of liefhebber, zeker in de beginfase van de hobby, 1 zender/ontvanger (TRANCEIVER), aangesloten op 1 enkele antenne. Maar naarmate de hobby of passie vordert, ontstaat al snel de behoefte aan zowel meerdere zender/ontvangers en/of meerdere antennes. In de volgende teksten ga ik het hebben over de zogenaamde antenneswitchers, hun mogelijkheden voordelen en gevaren.
Waar nodig zal ik een onderscheid maken tussen een “tranceiver” (zender/ontvanger) en een “receiver” (alleen ontvanger of een zender/ontvanger waarvan het zendgedeelte niet gebruikt wordt of uitgeschakeld is) Ik begin met een simpel voorbeeld.
Ik heb een receiver (alleen ontvanger dus) en wil hier 2 afzonderlijke antennes op gebruiken Bijvoorbeeld een vertikale rondstraalantenne en een horizontale draadantenne.
De eenvoudigste manier is gewoon de antennestekker van de ene antenne losmaken van de receiver en de andere antenne aansluiten. Omslachtig en niet echt aan te raden – doet geen goed aan de contacten in de connectors. Ter informatie: er zijn ook receivers
(en ook tranceivers) die af-fabriek al voorzien zijn van meerdere antenne-aansluitingen
maar die ga ik hier niet bespreken.
Een elegantere oplossing is het gebruik van een antenneschakelaar,
ook wel antenne“switcher” genoemd. Iedereen heeft allicht wel het grote aanbod gezien in de handel, op een radiobeurs of op het Internet:
Voorbeeld van een simpel model omschakelaar voor 2 antennes:
Een model omschakelaar voor 3 antenne’s:
Of met 4, 5 of véél meer antennes, hier een voorbeeld voor 4 antennes:
Dit zijn allemaal voorbeelden van eenvoudige en mechanisch te bedienen antenneschakelaars. Maar zelfs bij deze ogenschijnlijk “eenvoudige” versies zijn er intern nogal wat verschillen mogelijk.
De allereenvoudigste (lees goedkoopste!) bestaan uit een electrisch verdraaiend contact waarbij de geselecteerde antenne doorgekoppeld wordt naar de uitgaande aansluiting. De niet geselecteerde antenne wordt dan “los” gelaten en is verder met niets verbonden.
Andere versies gaan bij het doorkoppelen de niet geselecteerde aansluiting (antenne dus) kortsluiten of aan de ‘massa’ leggen – de binnenkern aan de ommanteling dus.
En nog een ander model heeft zelfs een zogenaamde bliksemstand:
In deze (3e) middenstand worden de inkomende antenneaansluitingen niet alleen aan elkaar kortgesloten maar ook aan een (uiteraard extra) te voorzien aardingsaansluiting gelegd.
Dit gaat nog steeds over meer dan 1 antenne op een receiver aansluiten!
Voor de “echten” onder ons die bijvoorbeeld 6 of meer verschillende antennes willen selecteren wordt het aantal kabels zo groot dat hierbij meestal gekozen wordt voor een op afstand bedienbaar schakelsysteem in de buurt van de antennes. Hierbij worden stuursignalen verstuurd over 1 enkele coaxkabel. D.m.v. relais wordt dan alleen het signaal van de gekozen antenne naar de ontvanger gestuurd.
Alle antennes worden op de schakelkast aangesloten, de centrale aansluiting gaat dan via 1 enkele coax naar het bedieningskastje en van daar naar de receiver.
Deze eenvoudige antenneschakelaars zijn voor ontvangst ook om te draaien. Hierbij gaat het niet om 2 antennes aan te sluiten op 1 receiver maar omgekeerd 1 antenne op 2 receivers.
Dus niet alleen dit:
In dit voorbeelde een Kenwood R-2000 receiver voor 150kHz – 30MHz bereik.
Maar dit kan evengoed een USB RTL-SDR ‘stick’ zijn, aangesloten op een PC, laptop, tablet of smartphone. Dit type receivers bestaan in talloze uitvoeringen met ontvangstbereiken van 10 kHz tot ettelijke GHz.
Een typisch voorbeeld van zo’n RTL-SDR ontvanger:
Maar ook dit, 1 multibandantenne op 2 receivers met verschillende ontvangstbereiken:
Dit was kort het verhaal met uitsluitend en alleen receivers.
Met transceivers (zenders dus!) wordt het allemaal iets ingewikkelder en vooral gevaarlijker!
De eenvoudige schakelaar met 2, 3 of meerdere antenne INgangen aansluiten op 1 enkele tranceiver kan perfectr MAAR: voorzie niet alleen op ELKE aansluiting een (passende) antenne of eventueel een passende dummyload (kunstantenne) geschikt voor het uitgaande vermogen en impedantie van de gebruikte tranceiver. Ook opletten met kortsluitende schakelaars! Zenders kunnen het niet verdragen dat hun antenne kortgesloten is of open. De kans is zéér groot dat bij het zenden de eindtrap stuk gaat. De op afstand bestuurde antenneschakelaars met relais leggen maar 1 enkele antenne per keer aan de ontvanger. Uiteraard moet hier ook een dummyload aangesloten worden op die ingangen waar géén antenne is voorzien of moet in de sturing de mogelijkheid bestaan om niet aangesloten ingangen niet te selecteren.
Helemaal gevaarlijk wordt het met 2 of meerdere tranceivers aan te sluiten op 1 antenne. NIET DOEN via deze (eenvoudige) mechanische antenneschakelaars!!! Er zijn (professionele) switchers die een hoopje electronica aan boord hebben om als de ene tranceiver in zending gaat, automatisch de andere tranceiver verhinderd om in zending te gaan en omgekeerd. Dit soort mogelijkheden vind je tenandere meestal alleen bij de high-end tranceivers met digitale sturing.
Wat wel kan, mits een zelfbouwproject: 2 afzonderlijke tranceivers op 1 of 2 afzonderlijke antennes aansluiten met de mogelijkheid om manueel van antenne te wisselen.
Het principe:
In de regel heeft een (beginnende) radio-amateur of liefhebber, zeker in de beginfase van de hobby, 1 zender/ontvanger (TRANCEIVER), aangesloten op 1 enkele antenne. Maar naarmate de hobby of passie vordert, ontstaat al snel de behoefte aan zowel meerdere zender/ontvangers en/of meerdere antennes. In de volgende teksten ga ik het hebben over de zogenaamde antenneswitchers, hun mogelijkheden voordelen en gevaren.
Waar nodig zal ik een onderscheid maken tussen een “tranceiver” (zender/ontvanger) en een “receiver” (alleen ontvanger of een zender/ontvanger waarvan het zendgedeelte niet gebruikt wordt of uitgeschakeld is) Ik begin met een simpel voorbeeld.
Ik heb een receiver (alleen ontvanger dus) en wil hier 2 afzonderlijke antennes op gebruiken Bijvoorbeeld een vertikale rondstraalantenne en een horizontale draadantenne.
De eenvoudigste manier is gewoon de antennestekker van de ene antenne losmaken van de receiver en de andere antenne aansluiten. Omslachtig en niet echt aan te raden – doet geen goed aan de contacten in de connectors. Ter informatie: er zijn ook receivers
(en ook tranceivers) die af-fabriek al voorzien zijn van meerdere antenne-aansluitingen
maar die ga ik hier niet bespreken.
Een elegantere oplossing is het gebruik van een antenneschakelaar,
ook wel antenne“switcher” genoemd. Iedereen heeft allicht wel het grote aanbod gezien in de handel, op een radiobeurs of op het Internet:
Voorbeeld van een simpel model omschakelaar voor 2 antennes:
Of in de handel zijn er ook exemplaren te koop welke speciaal zijn ontworpen om meerdere zenders op 1 antenne te kunnen schakelen.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een schakelaar die 2 zenders op 1 antenne kunnen laten werken.
Wil je nog verder uitbreiden door bijvoorbeeld meerdere zenders over meerdere antennes te kunnen schakelen dan zijn daar ook in de handel oplossingen voor.
Meerdere kunnen er echt veel zijn maar in het onderstaande voorbeeld zien we een schakelaar voor 4 zenders en 4 antennes.
In het voorbeeld zou dus zender 4 doorverbonden worden met antenne 2.
Met dit soort antenneschakelaars kan je dus elke zender met elke antenne doen werken, wel heb je de beperking dat je maar 1 zender tegelijk kan gebruiken. Alle niet gebruikte antennes worden automatisch "kort-gesloten" zonder nog contact te maken met de algemene massa. En daar de schakeling via een relais systeem werkt worden de zenders geheel van de aansluiting gehaald dus wordt zowel de koude als de warme draad onderbroken.
Een praktisch voorbeeld:
(Voor eventuele zelfbouw)
Bij het aansluitenn van 2 zenders moet je ten allen tijde vermijden dat er een open of kortgesloten antenne-aansluiting is (tenzij dit op een speciale manier is uitgevoerd zodat de massa elk afzonderlijk wordt geschakeld). Vandaar ofwel een passende antenne of een zogenaamde “dummy-load” of kunstantenne met minimaal dezelfde vermogensdissipatie als de zender.
Wat ook nog aan te raden is: de beide antennes liefst niet te dicht bij elkaar, het uitgestraalde vermogen van de ene tranceiver zou anders de ontvangstkring in de andere receiver kunnen oversturen of zelfs beschadigen, zeker bij hogere vermogens (+40Wpep).
Er bestaat gespecialiseerde apparatuur (o.a. van MFJ) die de receiveringang kortsluiten als de (andere) tranceiver in zending gaat. Deze techniek wordt vooral gebruikt bij gemengde schakelingen waarbij bv. de ontvanger een USB RTL-SDR receiver is die niet veel vermogen kan verdragen op de antenneingang. Dit is het geval bij de UVARX Websdr.
Zoals steeds: opmerkingen en suggesties welkom.
“Big Brother” 2023
Het UVArx team