Het CB taaltje
Cb’ers maken wel eens gebruik van hun eigen taaltje, sommige uitdrukkingen spreken voor zich maar toch zijn er een aantal die om verduidelijking vragen voor de onervaren CB-gebruiker.
We sommen er hier een aantal op zodat u ook hun betekenis leert kennen.
KAPPA!
Dit wordt gezegd zodra het tegenstation stopt met zenden en voordat het andere tegenstation met zijn antwoord begint. Zoiets als "begrepen!". Is een verbastering van het Engelse "copy", wat een bevestiging van ontvangst is.
BREAK-BREAK
Dit wordt gezegd als iemand wil deelnemen aan het gesprek. Zo iemand wordt een "breaker" genoemd.
FIETSEN
Naar een vrij kanaal zoeken. Men ontmoette elkaar op kanaal 21 (het oproepkanaal) en een van beiden zocht een vrij kanaal. Daarna "fietste" men naar dit vrije kanaal.
KNIJPER of PITSER
Iemand die al dan niet tijdens een gesprek zijn zender aanzet, blijft uitzenden maar niets zegt, meestal met als doel zijn tegenstations te pesten en zo het gesprek onmogelijk te maken. Het knijpen komt van de bekende microfoons die een schakelaar hebben aan de zijkant waarin geknepen moet worden om de radio te laten zenden, de zogenoemde PTT-knop (push to talk). Een dergelijke microfoon wordt ook wel een "handknijpertje" genoemd.
KACHEL - STOOF - LINIAIR - NAVERBRANDER
Met deze vier uitdrukkingen wordt een eindtrap (lineair) bedoeld die het zendvermogen aanzienlijk omhoog brengt. Deze eindtrappen zijn in België en Nederland illegaal, maar in alle soorten en maten te verkrijgen: de kleintjes die het vermogen oppeppen tot 15 watt maar ook grotere, tot wel 1000 watt of meer. De term "kacheltje" komt voort uit het feit dat deze apparaten en dan voornamelijk de grote modellen een flinke warmte produceren zodra ze in bedrijf zijn.
MIKE
Hiermee wordt de microfoon bedoeld, typerend voor de zendontvanger.
We spreken hier vaak ook wel over een kale-microfoon of een voorversterkte microfoon.
-
Kale microfoons zijn gewone (meestal hand)-microfoons die zonder versterking werken. Men moet dan de microfoon dicht genoeg bij de mond houden om een duidelijke modulatie in de radio te kunnen brengen.
-
Voorversterkte microfoons zijn in de meeste gevallen ook in tafelversie uitgevoerd al zijn er uiteraard ook handmicrofoons die versterkt kunnen zijn.
meestal hebben ze een batterijtje nodig die de elektronica in de microfoon voeden, dit is nodig om de stem te versterken en dn pas naar de radio te sturen. Voordeel is dat men minder hard moet praten in de microfoon en dat men ook niet zo dicht bij de microfoon moet zitten.
Nadeel is dan weer dat zo een microfoon veel meer randgeluiden opneemt zoals andere mensen in de ruimte die ook (onderling) een gesprek aan het voeren zijn mee door de microfoon opgenomen worden. In de auto gaan we dan allerlei bijgeluiden van de auto mee in uitzending brengen wat het meestal niet zo aangenaam maakt om naar te luisteren.
Handmicrofoon
Tafel-microfoon
QSL/QSO KAART
Vaak originele, zelfgemaakte briefkaartjes die CB'ers elkaar toesturen na een "QSO", dat wil zeggen een verbinding. Dit gebeurde voornamelijk in de begintijd en is tegenwoordig onder CB'ers vrijwel in onbruik geraakt.
Heden ten dagen gebruikt met E-QSL kaarten, dit zijn een zelfde vorm van kaarten zoals vroeger maar ze worden gedigitaliseerd (in gescand of op computer ontworpen) en via het internet verstuurd.
STAANDE-BIJ
Verbastering van het Engelse woord 'standby'. Een CB'er is staande-bij zodra hij niet actief deelneemt aan gesprekken maar wel aan het luisteren is via het (onderling afgesproken) oproepkanaal.
BLOEMKOLEN - BLOEMKOOL
Bloemkolen wil zeggen meeluisteren op een kanaal zonder zich in te melden en waarvan dus eigenlijk niemand weet dat deze aan het meeluisteren is.
Een bloemkool is dan de persoon die aan het bloemkolen is, vaak zegt men dit bij het eventueel in melden dat men een tijd al aan het bloemkolen is geweest.
S-JE 9
Op een puntenschaal van 1 tot 9 geeft men de signaalsterkte aan, tegenwoordig meestal te zien op de ontvanger met leds: Hoe meer er oplichten hoe beter het signaal. De oude analoge wijzers hebben een groen gedeelte tot aan S9, daarna staat er op de rode schaal 10-20-30-50..., men spreekt dan van 10 (respectievelijk 20, 30,50...) over 9 of 10 dB.
VOLLE BAK
De meest gebruikte term, als antwoord op de vraag van een zender hoe sterk het signaal overkomt bij een ontvanger, waarbij de signaalmeter volledig (maximaal) uitslaat.
RADIOOTJE 5
Op een puntenschaal van 1 tot 5 geeft men de 'verstaanbaarheid' (modulatie/readability) aan. Dit heeft meestal te maken met de kwaliteit van de microfoon. Een 1 is dan slecht of bijna niet te verstaan terwijl een 5 dan een perfecte verstaanbaarheid vertegenwoordigd.
ROGERBEEP of ROGERPIEP
Een pieptoon die te horen is zodra iemand stopt met zenden. Voornamelijk in gebruik op AM en SSB, omdat het daar nauwelijks te horen is wanneer iemand stopt met zenden. Dit in tegenstelling tot FM, waar de radio hard begint te ruisen zodra men stopt met zenden. Ze zijn dan vaak ook erg vervelend als ze gebruikt worden op FM.
CODE ROOD
Aanduiding dat de opsporingsdienst gesignaleerd is en men moet oppassen met het gebruik van "kacheltjes" en illegale frequenties.
WITTE MUIZEN
Hier wordt de opsporingsdienst (Agentschap Telecom, vroeger: BIPT) mee bedoeld, op zoek met peilwagens naar illegale zenders. Deze term werd vooral gebruikt in de tijd dat de 27MC-band nog niet was vrijgegeven.
BLAUWE MUIZEN
Hier wordt de politie mee bedoeld, deze term wordt meestal gebruikt door mobile stations omdat zij deze tegenkomen op de weg. Maar deze term kan dus ook gebruikt worden om het over politie te hebben over de frequentie.
LOCKEN
Dit wordt veel gebruikt bij vooral tafelmicrofoons die een speciale knop, de lock, hebben zodat je niet de hele tijd de knop in hoeft te drukken.
KLEEFVOET of PLEKANTENNE
Antenne met magneet voor op een auto of vrachtwagen.
1 OP 1
Perfecte afstelling van de antenne, te meten met een SWR-meter (ook wel "Staande Golf Meter" genoemd). Andere waarden zijn bijvoorbeeld: 1:1.2 / (vrij goede afstelling) 1:3 (1 op 3): slechte afstelling antenne / (1 op 10):zeer slechte afstelling, waarschijnlijk sluiting in de plug of geen massa genoeg. Degene is vaak niet te ontvangen door een ander station, of zeer slecht. Zo een SWR is ook nefast voor de zender, door uitzending met zo een slechte SWR zal je de zender beschadigen.
SPRIET
De halvegolf- of 5/8-golfantenne is een lange antenne van rond de 5,56 meter (rond de 7,36 meter voor 5/8). Beide antennes kunnen kleine radialen (soms ook ground plane genoemd) onderaan de antenne hebben.
TOKKELEN
Kletsen of praten via de radio. Verbastering van talking.
ALFAKANALEN
Bij de indeling van de kanalen is er een standaardkanaalscheiding van 10 kHz. Bij kanaal 3, 7, 11, 15 en 19 is de ruimte groter (20 kHz), de kanalen die tussen die 20kHz vallen noemen we alfakanalen (tussenkanalen of alpha channels) en deze worden vaak gebruikt als de standaardkanalen "vol" zaten. Het gebruik van deze kanalen is niet toegestaan, ze werden gebruikt voor draadloze afstandsbedieningen van speelgoedautootjes en -vliegtuigjes. Storingen kwamen vaak voor en vliegtuigjes stortten dan ook vaak neer. Tegenwoordig worden deze kanalen hiervoor niet meer gebruikt.
CALLEN of ROEPEN
Proberen contact te leggen met andere 27MC'ers, op de FM wordt meestal is er "iemand staande-bij?" geroepen terwijl op de SSB meestal de callsign en frequentie worden geroepen in de vorm van Cq Cq (callsign) on (frequentie).
73's
Aan het einde van een verbinding "Hartelijke groeten". Term afkomstig van (gelicenseerde) zendamateurs, maar wordt ook wel op de 27 MC gebruikt.
2 meter
2 meter is de (gemiddelde) lengte van een bed, met de uitdrukking ik ga naar de 2 meter wordt dan ook bedoeld dat men gaat slapen.
QRT
Stoppen met zenden en de zender uitzetten. Term afkomstig van telegrafisten en (gelicenseerde) zendamateurs, maar wordt ook wel op de 27 MC gebruikt.
VOSSEN of VOSSEJACHT
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een verstopte 27 MC-zender/bak die afwisselende tonen op een vooraf afgesproken tijd en frequentie uitzend. De bedoeling is dan om de zender (vos) daadwerkelijk zo snel mogelijk op te sporen.
DX of DXen
Met DX bedoeld men eigenlijk “lange afstand verbindingen”.
Communicatie met het buitenland kunnen we het ook wel noemen dus, vaak worden deze verbindingen tot stand gebracht in de USB of LSB mode maar deze zou net zo goed in FM of AM mode kunnen gebeuren.
Een DXer is dus de radio operator die buitenlandse contacten maakt.
Veel plezier er mee,
het UVArx team